Heb je net de havo afgerond, moet je alweer kiezen voor de volgende opleiding. Christa had geen idee welke van alle opties ze wilde. Totdat haar moeder zei: jij keek zo graag ziekenhuisseries, is de zorg niets voor jou? Een rake opmerking, die haar uiteindelijk bij de wijkverpleging bracht. Maar op een andere manier dan je misschien verwacht.
Verpleegkunde met een kleine omweg
Christa begon de verpleegkunde-opleiding en solliciteerde bij De Zorggroep voor een bijbaan. Maar in de eerste coronagolf stopte ze met die opleiding. Toch hield ze haar zorgbijbaan aan. “Ik vind het mooi om mensen te helpen en echt iets te betekenen. Dat kon ik toen meer in mijn werk dan in mijn opleiding, wat genoeg motivatie voor mij was om hier wel te blijven werken. Daarbij kwam dat mijn collega’s me niet kwijt wilden, zij zijn er altijd voor me geweest. Dat teamgevoel was een minstens zo belangrijke reden dat ik bleef.”
“Ik kreeg kort daarna van De Zorggroep het aanbod om hier een bbl-opleiding te doen, zodat ik toch een diploma zou halen. Het werd verzorgende IG niveau 3. Maar ik wist al snel dat de wijkverpleging is wat mij écht ligt. Dus ik ben alsnog de hbo-v-opleiding gestart, via De Zorggroep. Zij zagen gelukkig ook dat ik dit wel degelijk in me heb.”
Focus achter de voordeur
Wat spreekt Christa zo aan in de wijkverpleging? “In de thuiszorg kun je steeds opnieuw alle aandacht op één iemand richten. Daardoor bouw je een band op, ook omdat je langer bij iemand betrokken bent. En om een vooroordeel uit de wereld te helpen: het is echt niet zo dat ik collega’s moet missen in deze functie. Sowieso zien we elkaar als team regelmatig voor het teamoverleg. En onze diensten overlappen voor een deel, dus ik hoef maar te bellen of appen en er staat iemand voor me klaar. Ik heb me nooit alleen gevoeld in die jaren dat ik hier werk. Al vraag je hulp omdat iets niet prettig voelt om alleen te doen, dat mag altijd.”
Steun voor naasten
Werken als wijkverpleegkundige is heel dankbaar werk, weet Christa. “Dat zie ik nog eens extra als ik bij mensen kom die thuis willen sterven. Zeker voor naasten die bij hun geliefde wonen is dat soms zwaar. Ik zie hun dankbaarheid als ik er ben, omdat ze bij mij even hun verhaal kwijt kunnen. Van tevoren dacht ik dat dit voor mij zwaar zou zijn. Maar het is misschien wel het mooiste aan mijn werk dat ik voor hen iets kan betekenen in die lastige tijd.”
Ruimte en regelmaat
En die ziekenhuisseries dan? Heel wat anders dan de wijkverpleging. “Ik doe dit werk nu eenmaal heel graag en vind de regelmaat van de niet-acute zorg prettig. Daarbij heb ik veel meer sociaaĺ contact met de mensen die ik verzorg dan in een ziekenhuis het geval zou zijn, omdat je in de thuiszorg met één iemand tegelijk bezig bent.”